Over de wijn
Als Riesling lover ben ik altijd op zoek naar leuke nieuwe verrassingen. In Noord-Italië kom je hem af en toe tegen, al is het lastig. Het Noorden van Italië is een stuk koeler dan het Zuiden, maar blijft over het algemeen een stuk warmer dan Duitsland, de plek voor deze druif het zo fantastisch doet. Riesling heeft in Nederland vaak nog een slechte naam. We denken dat er veelal zoete wijn van lage kwaliteit van gemaakt wordt. Daarmee diskwalificeer je één van de mooiste witte rassen die we mogen gebruiken voor de wijnbouw.
In warmere klimaten heeft Riesling vaak moeite. Verliest hij subtiliteit en wordt vlak van smaak.
Hier is het ze wonderwel gelukt, in Asti, waar normaal gesproken toch vooral Moscato d’Asti of Barbera d ‘Asti wordt gemaakt. Fijne rijpe neus met mango, honingmeloen en vlierbloesem. In smaak goede, rijpe zuren, vleugje boenwas en wat dragon en anijs.
Wanneer is ‘ie het lekkerst?
Voor mij is Riesling altijd goed. Als aperitief, maar zeker als maaltijdbegeleider. Het spel van zoet fruit en fikse zuren maakt dat het veel spanning geeft en naast zuren heeft Riesling meestal ook nog een filmende (vettig/romig) component qua mondgevoel, waardoor het veel verschillende structuren aankan in combinatie met gerechten. Heerlijk als picknickwijn, matcht bij alles. Maar ga je serieus de keuken in, dan zou ik gaan voor een salade met geroosterde pompoen, een groene kruiden salsa en gebakken paddenstoel.