Over de wijn
‘Rosé is echt een zomerwijn en eigenlijk alleen lekker , je weet wel, om een beetje mee te borrelen.’ Ziehier het aanzien van rosé binnen Nederland.
Nu was rosé zo’n 20 tot 25 jaar geleden op sterven na dood. Er werd dan ook, zeker in de horeca, heel veel slechte rosé verkocht. Zo slecht dat je na één glas met oprispend maagzuur en een geperforeerde maagwand zat. Dan bestelde je niet nog zo’n glas rosé, maar stapte je over naar wit of naar een strip rennies. Sinds Provence de rosé-markt internationaal volledig heeft opgeslokt is de gemiddelde kwaliteit van rosé behoorlijk toegenomen. Echt hele goede Provence kan ook echt mooie wijn opleveren, mits het geconcentreerd gemaakt is. En laat het daar nou regelmatig aan schorten. En ja, ik begrijp ook dat rosé niet ‘zwaar’ moet zijn, maar zo lichtvoetig als ik ‘m vaak drink voor het aanzienlijke bedrag dat je ervoor neer mag tellen, daar kan ik me soms niet helemaal in vinden. Provence is meesterlijk in de juiste marketing aanwenden. Er wordt een blik beroemdheden open getrokken, de fles krijgt een nóg hippere uitstraling en hup, de flessen verkopen zichzelf! Maar het gaat toch om de inhoud?
Ah ja, nu komen we ergens. Uiteindelijk vind ik, maar hopelijk menig wijnliefhebber met mij, dat het vooral moet gaan over wat er ín de fles zit. Over die kekke fles kan ik een keukendoek gooien als ‘ie me niet aanstaat, maar de smaak van een matige rosé verdrijf je niet zo één twee drie. Gelukkig zijn er meer dan genoeg producenten die rosé maken die spannend is, lekker is om zo te drinken en vooral lekker is om bij te eten.
Neem Bernaví, een sympathieke producent in Mas Vernet in het wijngebied Terra Alta, geleid door Marco, Ruth & Gino, die in eerste instantie wijnboer(in) zijn en vooral geen ondernemer. Pure wijnen maken ze daar, met respect voor de natuur. Mas Vernet is een gebiedje wat niet aan de kust ligt, maar er tegenaan schuurt, een soort pre-kustgebied eigenlijk. Het mediterrane klimaat komt hier samen met het continentale klimaat van het binnenland van Spanje. Bijkomend voordeel hiervan is dat het temperatuurverschil tussen dag en nacht substantieel is, wat de rijping -en aromaontwikkeling van de druiven bevordert. De Panal-bodems (quaternaire alluviale ziltige klei) zijn rijk aan calcium en krijt en vormen een thuis voor de wijnstokken, die overleven in deze extreme maar fascinerende omstandigheden. Ze maken hier rosé van Morenillo druiven. Dat is een druivenras wat alleen in Terra Alta voorkomt en vrijwel uitgestorven is. Echt uniek! Marco, Ruth en Gino zijn dus één van de weinigen die de druif nog hebben staan. Morenillo vertoont wel wat overeenkomsten met Pinot Noir, want is net zo elegant en fijnbesnaard als zijn beroemde collega-druif.
Wanneer is ‘ie het lekkerst?
Bij deze rosé van Morenillo druiven (waar ook ik nog nooit van had gehoord) heb ik het volgende opgeschreven als proefnotitie: In de neus iets medicinaals (jodium) en dierlijks. Rozenbottel, rabarber. Mooi! Iets romig, zelfs rijke, volle smaak. Toch fris, perzik & peer + weer rabarber (zuren?) + rozenbottel. Ik zal het voor u samenvatten: top-rosé met veel elegantie en rijkdom. Iets dierlijke neus, maar geef wat zuurstof en drink hem vooral ook niet ijskoud want dan proef je niets meer van al dat moois. Ga je koken, wat ik zou aanbevelen, maak dan eens een klassieke salade Niçoise met verse gegrilde tonijn. Verder kan dit met heel veel wat een wat zachter mondgevoel heeft. Niet persé vettig, maar vooral niet te drogend. Fijne sappige smaken dus. Denk aan tomaten, fruit wat niet te zoet is of een sappig gebraden kwartel op het karkas. Combineer ook vooral met lekkere kruiden, want een vegetale toets zit ook zeker in deze En Rosat.