Over de wijn
Lagrein is fijn
Dat Italië blijft maar leveren op leuke, inheemse druivensoorten, waar je zeer waarschijnlijk nog nooit van gehoord hebt. Kom maar weer even lekker uit je comfortzone. Even geen krachtige Nebbiolo uit Piemonte of een zwoele Toscaanse Sangiovese.
Lagrein is een van die druivenrassen die stevig geworteld is in de geschiedenis van Zuid-Tirol. De eerste vermeldingen van Lagrein dateren uit de 14e eeuw, toen monniken in kloosters rondom Bolzano de druif al verbouwden. Lange tijd werd hij vooral gebruikt voor stevige, rustieke wijnen en zelfs voor miswijn. In die tijd waren Lagrein-wijnen vaak hard en stroef door de hoge tannines en zuren, maar moderne wijnmakers hebben de druif getemd door betere rijpingstechnieken en vinificatiemethoden.
Wat maakt Lagrein zo interessant? Hij is genetisch verwant aan Teroldego en mogelijk zelfs een verre neef van Syrah. Zijn oorsprong ligt vrijwel zeker in Zuid-Tirol, en hij wordt nergens anders met dezelfde intensiteit en diepgang geproduceerd. Ooit werd hij voornamelijk gebruikt voor roséachtige Lagrein Kretzer
Zuid-Tirol: Italië, maar dan net even anders
Zuid-Tirol, of Alto Adige, is een bijzonder stukje Italië. Lange tijd was dit gebied onderdeel van Oostenrijk, totdat het na de Eerste Wereldoorlog bij Italië werd gevoegd. Die dubbele identiteit zie je overal terug: in de architectuur, het eten en natuurlijk ook in de wijn. Hier komt alles samen: Alpenlucht, mediterrane invloeden en een paar van de mooiste berghellingen van Europa. De Lagrein-druif voelt zich hier al sinds de middeleeuwen helemaal thuis, vooral rondom Bolzano. Warme dagen en koele nachten zorgen voor een perfecte balans tussen rijp fruit en frisse zuren. Voeg daar nog eens de alluviale, zanderige bodems van Gries aan toe, en je snapt waarom Lagrein hier net dat beetje extra krijgt.
Wat gebeurt er met de druiven?
Na de oogst worden de druiven eerst zorgvuldig geselecteerd en vervolgens gefermenteerd in roestvrijstalen tanks. Dit behoudt de frisse, fruitige aroma’s. Daarna ondergaat de wijn een malolactische gisting (harde zuren worden lactisch, dus lekker zacht en de tannine bouwt af) wat hem nét die zachtheid geeft. Rijping gebeurt kort op roestvrij staal en op fles, waardoor de wijn fris blijft, maar toch die fijne diepgang heeft.
Wanneer is ‘ie op zijn best?
Lekker diepe paarse kleur. En die geur! Ik was meteen verliefd op het verleidelijke fruit, met die speelse plak chocola. De bramen staan op springen, zo rijp. Donkere kersen, subtiele viooltjes, zwarte olijf en een hint van balsamico. Verfijnde, zachte tannine en een frisse zuurgraad zorgen voor spanning en balans. Dit heeft zó veel sap, is heerlijk rijp, maar tegelijk nooit zwaar, waardoor hij ongelooflijk doordrinkbaar blijft. Schenk in hoge Bordeauxglazen op 15 graden, dus zeker even licht koelen!
Wat eten we erbij?
Perfect voor bij de borrel met gedroogde hammen en worsten, die in deze streek op grote schaal worden geproduceerd. Zoals meneer Hamersma graag zegt: What grows together, goes together. Is niet altijd zo natuurlijk, maar het bekt lekker.
Deze Lagrein doet het geweldig bij pasta met een rijke vleessaus, maar ook bij wildgerechten zoals hazenpeper of wild zwijn van de barbecue. Houd je het liever lokaal? Schenk deze dan eens bij gerookte worst en een goede andijviestamppot met mosterd en spekjes.