Rosé met lef en leeftijd
Rosé? Die drink je toch jong, koel, en liefst binnen een jaar na de oogst? Meestal wel. Maar er zo her en der wat uitzonderingen – zoals deze Henri Nordoc Rosé 2019. Vijf jaar oud inmiddels, en juist die extra jaren geven ‘m iets volwassens, iets gelaagds, dat je zelden tegenkomt in deze prijscategorie.
Geen allemansvriend. Gelukkig maar.
Deze rosé is niet gemaakt om iedereen te pleasen. Geen snoeperige aardbeien of ongecompliceerde terrasvibes. Dit is rosé met karakter en structuur, gemaakt van Cinsault – een druif die in Zuid-Frankrijk vooral bekendstaat om zijn zachte tannines, florale geur en subtiele elegantie. Hier krijg je die eigenschappen in rosévorm, maar dan met een beetje ouderdomswijsheid erbij: geroosterde nootjes, pruim, iets kruidigs en een fijne grip in de afdronk. Geen frivole doordrinker dus, maar een wijn met een eigen wil.
Van kust tot koelere heuvels
Achter Henri Nordoc staan Daniel Orsolini en Claude Serra, twee gedreven wijnmakers die onder de namen Domaine Nordoc en Domaine Boussole wijnen maken in het zuiden van Frankrijk. Hun wijngaarden liggen verspreid van de Middellandse Zeekust bij Narbonne – waar een frisse zeewind zorgt voor verkoeling – tot aan de meer continentale Ardèche, aan de westkant van de Provence.
Ze werken duurzaam en vegan, en hanteren een opvallend serieuze kwaliteitsaanpak, zeker gezien het toegankelijke prijsniveau. Lage opbrengsten, zorgvuldige selectie en puur natuur zonder opsmuk. Hun wijnen worden meestal jong gedronken, maar hebben verrassend veel structuur en potentieel – zoals deze rosé dus duidelijk laat zien.
Hoe te drinken?
Gek misschien, zo’n relatief simpele rosé op leeftijd. Maar gek genoeg vond ik dit echt nog een leuk glas wijn. Uiteraard niet wat je verwacht bij een rosé, want die drink je altijd jong en fris. Deze jaartjes extra geven hem een rijpere, wat meer afgeronde smaak. Tertiair noemen we dat, met verouderingsaroma’s. Naast rijpe framboos, cranberry en rozenbottel proef je ook wat steranijs en laurier. En ook wat oxidatiefs en notigs. Sherry-toontje zo u wilt.
Lastige wijn, maar hier moet je echt iets bij eten. Kleinere glazen gebruiken, want de wijn heeft geen extra zuurstof nodig. Rond de 10–12 graden is prima, maar dus wel mét iets lekkers erbij.
Serveer ‘m niet te koud – 10 tot 12 graden is ideaal – en geef ‘m vooral een gerecht naast zich. Denk aan een salade met linzen, geroosterde groenten en wat zachte geitenkaas. Of iets uit de Zuid-Franse keuken: ratatouille, gegrilde paprika’s, een kruidige couscous. Ook lekker bij gerechten waar je normaal misschien een lichte rode wijn bij zou pakken.