Bio

Hugues Godmé, vierde generatie op het familiedomein in de Montagne de Reims, is een eigenzinnige man. Ik ben er geweest en dat was even wat anders dan de glimmende kelders van Bollinger of De Vénoge. Kleinschalig, familiair, met de nadruk op precies wijnmaken en een oneindige liefde voor zijn percelen. De wijn moet léven. In de Champagnestreek is het niet eenvoudig om biologisch of biodynamisch te werken, want als de buurman wel bestrijdingsmiddelen gebruikt, liggen jouw wijngaarden vaak zo dicht erbij dat certificering lastig wordt. Bovendien zijn veel percelen versnipperd tussen verschillende wijnboeren, waardoor dit soort werkwijzen allesbehalve gemakkelijk zijn.

Grand Cru met karakter

De wijngaarden liggen verspreid over Verzenay en Verzy, twee gemeenten met Grand Cru-status in de Grande Montagne de Reims. De bodem is hier extreem kalkrijk, met een frisse noord- en noordoostelijke ligging. Dat levert een meer strakke, staalachtige stijl Pinot Noir op dan je in zuidelijker gelegen dorpen tegenkomt. De stokken zijn gemiddeld zo’n 30 jaar oud en worden sinds 2006 biodynamisch onderhouden. Officieel is het domein sinds 2013 gecertificeerd, maar in de praktijk werd er toen al lang zonder pesticiden en chemische middelen gewerkt.

Spontaan & clean

In de kelder wordt er net zo eigenwijs gewerkt. Alles vergist spontaan, zonder toegevoegde gisten. Voor de Grands Jardins Blanc de Noirs gaat ongeveer 70 procent van het sap in gebruikte houten vaten, mét bâtonnage, om de wijn meer textuur en rondeur te geven. Het andere deel gaat in geëmailleerde ijzeren tanks – bewust geen rvs, dat volgens Jean-Baptiste té nerveus reageert op temperatuurschommelingen. Zo bewaart hij de rust en balans van elke cuvée. Malolactische gisting (de omzetting van strakke appelzuren naar zachtere melkzuren) wordt slechts voor 30 procent toegepast, zodat de frisse zuren bewaard blijven. Elk perceel wordt apart gevinifieerd en pas later geassembleerd.

En dan is er nog de reservewijn: een opvallend deel van deze cuvée, 35 procent, komt uit voorgaande jaren. De rest (65 procent) is uit basisoogstjaar 2018. Na de assemblage ligt de wijn minimaal drie jaar sur lattes, ongefilterd en zonder klaring. En, misschien wel het mooiste detail: zero dosage. Dat wil zeggen dat er geen suiker wordt toegevoegd om de balans te corrigeren. De balans komt hier echt uit de wijngaard, door rijpere druiven te oogsten en door het gebruik van meer dan gemiddeld aan reservewijn, die extra rijkdom geeft.

Wanneer is ’ie het lekkerst?

Een heel precieze, krachtige stijl, maar power zonder dikte. Juist spanning en diepte. In de neus rood fruit en citruszeste, maar ook krijt, amandel, zachte brioche en walnoot. Strak en mineraal, met een bijna zilte rand, maar met genoeg rondeur om niet streng te worden. Ga er maar even goed voor zitten, dit vraagt om aandacht.

Dit soort Champagne nooit te koud schenken! Rond de 11 tot 12 graden, in een ruimer glas. Flûtes reserveren we voor Prosecco, alstublieft. Bij oesters, coquilles of sashimi is hij op zijn puurst, maar probeer hem ook eens bij gegrilde eendenborst of een romige risotto met venkel en citroen. Hij kan namelijk veel hebben. Zelfs bij hertenbiefstuk met cranberrysaus en schorseneer werkt dit verrassend goed.