Over de wijn
Sicilië is bloedheet, waardoor de meeste druiven het er al snel te warm hebben. Door inventief te snoeien en bepaalde druivenrassen te vermijden, lukt het de laatste decennia steeds beter om meer mensen te overtuigen van het potentieel van dit prachtige eiland. Ze maken kruidig, sappig wit van Grillo en zonnig rood van Nero d’Avola, maar we vinden het meest specifieke en spannende terroir in de buurt van de Etna. Het terroir is hier uniek vanwege de vulkanische oorsprong. De lava- en asbodem is rijk aan mineralen, wat bijdraagt aan de bijzondere “mineraliteit” in de wijnen. Deze omstandigheden zorgen ervoor dat de druif zowel finesse als structuur ontwikkelt, met een karakter dat vaak zowel elegant als krachtig is. De druif Nerello Mascalese wordt hier al eeuwenlang verbouwd, vooral op de hellingen van de Etna. De druiven profiteren van de combinatie van de minerale, door lava verrijkte bodem en het extreme microklimaat op de flanken van de vulkaan. De dagen zijn warm, maar de nachten koel, wat zorgt voor een langzame rijping en complexiteit in de druiven.
Je moet even door het etiket heen proeven. Dat moest ik ook, want in eerste instantie dacht ik: dit kan nooit iets goeds zijn. Maar wat bleek? Die ontwerper inruilen, maar de wijnmaker houden! Hier wordt een trend gevolgd, net als bij de Malbec van Zuccardi. Ze maken hier wijnen die het terroir laten spreken, met minimale tussenkomst. De Nerello Mascalese-druiven worden zorgvuldig geselecteerd en vergist zonder gebruik van nieuwe eikenhouten vaten, zodat de pure expressie van de druif en de vulkanische bodem naar voren komt. Dit resulteert in een wijn met een verfijnde balans tussen kracht en elegantie, waarin het fruit centraal staat en de minerale tonen van de Etna subtiel doorschemeren.
Wanneer is ‘ie het lekkerst?
De Nerello Mascalese-druif wordt weleens vergeleken met Pinot Noir vanwege zijn lichte kleur en elegante structuur. Verwacht dus geen wijn die zwaar leunt op zoet fruit of een volle body. Hij heeft voldoende rijpheid, maar met een lekkere frisse toets, waardoor hij goed doordrinkbaar blijft, ook als fijne wijn om mee te beginnen. Hij heeft niet per se iets nodig om beter tot zijn recht te komen. Een half uurtje in de koelkast, schenken op 14 graden en een mooi slank glas, dat is alles. De wijn is al een geurige explosie en heeft geen hulp nodig; hij is meteen klaar om te genieten! Je ruikt zoetig fruit, buitelende bessen, zwoele framboos en kers, aangevuld met pittige tonen van tijm en rozemarijn. Door zijn frisheid en medium body gaat deze wijn uitstekend samen met gerechten met een lichtere structuur, zoals geroosterde groenten, gegrilde kip, of zelfs een romige risotto met venkel en chorizo. Maar hij doet het ook heel goed bij een stukje vlees, zoals een geroosterde lamsbout met knoflook en verse tijm en rozemarijn. Dan heb je echt een feestje op je bord.
