Over de wijn

Nicolas Potel – Bourgondische vrijbuiter

Nicolas Potel groeide op tussen de wijngaarden van de Côte de Nuits. Zijn vader, Gérard Potel, was de legendarische wijnmaker van het befaamde Domaine de la Pousse d’Or in Volnay. Na zijn overlijden in 1997 besloot Nicolas zijn eigen pad te kiezen, met één doel voor ogen: toegankelijke Bourgondische wijnen maken zonder in te leveren op kwaliteit. Hij begon met het inkopen van druiven van bevriende wijnboeren en maakte al snel naam met wijnen die barsten van fruit, finesse én karakter.

Tegenwoordig runt hij Maison Nicolas Potel vanuit Nuits-Saint-Georges, waar hij naast Bourgognes ook Vin de France-wijnen maakt. Daarmee geeft hij zichzelf de creatieve ruimte om met druiven uit verschillende regio’s te werken — zoals bij deze Pinot Noir.

Vin de France – vrijheid, blijheid

Hoewel Nicolas Potel geworteld is in Bourgondische traditie, kiest hij hier bewust voor de aanduiding Vin de France. Dat betekent: geen strenge AOC-regels, maar wel volledige vrijheid om zijn eigen stijl neer te zetten. Voor deze wijn gebruikt hij Pinot Noir-druiven uit zorgvuldig geselecteerde percelen in het zuiden van Frankrijk, waar het iets warmere klimaat zorgt voor rijper fruit en een toegankelijke stijl.

De wijn wordt vergist in roestvrijstalen tanks, zodat het fruitige karakter van de Pinot Noir goed behouden blijft. Daarna rijpt hij nog 5 tot 6 maanden in eikenhouten vaten.

Wanneer is ‘ie het lekkerst?

Het wordt weer tijd voor wat lichter rood. Rood dat je wat meer gekoeld drinkt, in het zonnetje na een dag hard werken. Rood waar niet per definitie een groot stuk rood vlees bij geserveerd hoeft te worden. Niet dat je stevig rood helemaal links moet laten liggen in het voorjaar natuurlijk, maar de focus verschuift. Logisch ook, als het straks weer ruim boven de 20 graden is. Dan heb je geen zin in vermoeiend veel alcohol en harde tannine.

Dit is dan niet per se de meest spannende druif om de lente mee te kickstarten, maar het feit dat de wijnmaker Bourgogne-roots heeft én de wijn gewoon top is voor de prijs, maakt dat ik hem jullie niet wilde onthouden. Als je zin hebt in een lichtvoetige, sappige rode wijn, dan trek je deze open! Vooral heel sappig dus. Donkere kers, aardbei en framboos, wat rode bessen. Toefje kruiderij, (munt), maar niet te gek. Alles wordt afgerond door een lichte rokerige hout-toets.

Wel of niet?

Je hoeft hier in principe niet bij te eten. Zo al heerlijk. De fles is zo leeg. Tegelijkertijd is dit een wijn die, doordat hij niet uitgesproken hoog is in tannine, zuren, of romigheid, heel fijn te combineren is. Past zich eigenlijk makkelijk aan. Wel even de intensiteit van je gerecht in de gaten houden. Het moet allemaal niet te zwaar worden.

Suggesties? Charcuterie, gegrilde zalm of tonijn (rood bij vis?), heel klassiek Frans bij oeufs meurette of ratatouille, een romige brie of zelfs een lichte curry met linzen. Wel terugkoelen naar 14-15 graden, en het liefst in een Bourgogneglas, zodat de aroma’s de ruimte krijgen.