Statige kastelen, tochtige gangen en heel veel vriendelijke, maar vreselijk conservatieve oudere wijnmensen. Dit zijn zo wat dierbare herinneringen die ik koester aan mijn bezoek een aantal jaren geleden aan dit mooie wijnhuis. Het was in 2017 dat ik, samen met een aantal andere wijnenthousiastelingen, naar de jaarlijkse Tour de Termes d’Armagnac in Sud-Ouest mocht afreizen. Wij mochten daar meewegen over de uiteindelijk van hun witte en rode topcuvée, de Le Faîte.
Die Tour de Termes d’Armagnac is een bijzondere aangelegenheid, waarbij prominente figuren uit de wijnwereld en gastronomie samenkomen om de beste assemblage voor deze cuvées te bepalen. Tijdens dit evenement worden verschillende blends geproefd en beoordeeld, waarna de meest veelbelovende wordt gekozen om onder de naam Le Faîte op de markt te worden gebracht. Er wordt nogal een show van gemaakt, maar deze zorgvuldige selectie zorgt gegarandeerd voor een wijn van hoge kwaliteit, die het karakter van de Saint-Mont-terroirs weerspiegelt. Het staat mij vanzelfsprekend nog helder voor de geest dat ik, bij zowel de rode als de witte blend, dezelfde mening was toegedaan als de top-sommelier van dienst.
Plaimont is een samenwerkingsverband van wijnboeren in de Zuid-Franse regio Sud-Ouest. Het werd opgericht in 1979 door de fusie van de coöperaties van Plaisance, Aignan en Saint-Mont. Wat vooral opvalt is hun toewijding aan het behoud van inheemse druivenrassen en terroirs, met een focus op duurzame en biologische wijnbouwpraktijken. Het bijzondere is dat hier nog wijnstokken staan die dateren van de periode voordat de druifluis (phylloxera)in het laatste deel van de 19e eeuw, huishield in Europa. Hele oude, bijzondere pre-phylloxera stokken dus, die weinig druiven meer produceren. Maar wat je oogst, is des te geconcentreerder.
De percelen van “Les Vignes Retrouvées” zijn gemiddeld tussen de 20 en 50 jaar oud. Hoe ouder een wijngaard, hoe meer concentratie en complexiteit dat aan de uiteindelijke wijn meegeeft. De naam “Les Vignes Retrouvées” betekent letterlijk “de herontdekte wijngaarden” en verwijst naar het herstel en behoud van oude, inheemse druivenrassen in de Saint-Mont-appellatie. Vroeger zag je veel (huis)wijnen uit de Côtes de Gascogne van lokale druivenrassen zoals gros manseng (zuurtje, grapefruit, tropisch fruit), arrufiac (finesse, kruidigheid en soms wat floraal) en petit courbu (body, romigheid en rijpheid). Deze blends zijn een beetje uit de mode geraakt door het monocepage-geweld van de pinot grigio’s en verdejo’s, maar voor de diversiteit is dat jammer.
De druiven voor deze wijn, worden handmatig geplukt en geselecteerd en afzonderlijk gevinifieerd. Geen houten vaten te bekennen tijdens de vergisting en opvoeding. Het is roestvrij staal wat ze hier gebruiken, om frisheid en fruitexpressie te behouden. Wel ondergaat de wijn een korte rijping op de lie, waardoor de zuren wat worden afgerond.
Wanneer is ‘ie het lekkerst?
Kijk, in de winter is het gebruikelijk om wat “dikker” te drinken. Dus wijnen uit warmere klimaten, met meer rijping, al dan niet op houten vaten, wat zorgt voor een romiger (lactisch) mondgevoel. De frisse, aromatische wijnen zijn (is ons aangeleerd) voor als we in onze korte broek, ingesmeerd met factor 50, de zonnestralen proberen te vangen. Nu ben ik het daar lang niet altijd mee eens. Ook in de winter is iets verfrissends op z’n tijd erg fijn voor de afwisseling.
Drink deze wijn niet met de verstokte “ik lust alleen dikke chardonnay”-drinker, maar met mensen die wel van een beetje spanning in hun leven houden. Superaromatisch glas, dit. Ruikt zelfs een beetje naar Sauternes (dessertwijn van om de hoek in Bordeaux). Grapefruit en wat zwoele ananas leiden af van het randje ondeugende groene paprika en kruisbes. Veel rijpheid in het (zoete) fruit, maar de wijn is strakdroog. De zuren zijn prominent aanwezig, maar door de lie-rijping en een paar jaartjes rijping in de fles zijn de zuren mooi rond en zorgen hier voor de nodige attitude!
Hoge, slanke rieslingglazen, schenken rond de 10-12 graden. Als aperitief geweldig, maar een buitengewoon goede combinatie met jonge, romige, friszure geitenkaas (ja, echt waar). Ga je lekker kokerellen, dan mag het vooral in de geurige, kruidige hoek. Libanees kan goed bijvoorbeeld, of denk eens aan een pan paella. Snijdt ‘ie lekker doorheen met die ranke zuren. Of een ovenschaal met kippendij, citroentijm en misschien al wat fijne voorjaarsgroenten. Doet het ook goed bij geurige Aziatische (Thaise) gerechten. Pas dan wel op met heftige pittigheid, want de wijn kan wel wat hebben, maar door de bovengemiddelde zuren haakt ‘ie bij een te grote brand in de mond volledig af.