Portugal, maar dan anders
Wie denkt dat Portugese rode wijnen altijd zwaar, zondoorstoofd en jamachtig moeten zijn, heeft nog niet geproefd wat het koelere binnenland van de Douro-vallei te bieden heeft. Naast de witte Invincible, deze maand ook maar eens een prachtige rode die het potentieel van de Douro laat zien. Want daar, hoog in de heuvels, worden wijnen gemaakt die het juist moeten hebben van frisheid, precisie en verfijning. Geen overdonderende kracht, maar ingetogen elegantie. De Pormenor Tinto 2020 is daar een schitterend voorbeeld van.

Hoog gelegen wijngaarden – koel, puur, mineraal
Deze wijn komt van wijngaarden op zo’n 500 tot 600 meter hoogte, met oude stokken op graniet- en leisteenbodems. Dat betekent: koelere nachten, langzamere rijping, meer zuren – en dus een lichtere stijl wijn. En dat merk je. De wijn wordt met zorg gemaakt: spontane vergisting, lage extractie, en opvoeding in neutraal eiken om het pure fruit te behouden. Het resultaat is een tinto die eerder aan Pinot Noir of Nebbiolo doet denken dan aan de robuuste stijl die je misschien zou verwachten uit deze regio.

Pormenor Wines – klein, fijn, compromisloos
Achter Pormenor staat Pedro Coelho, een jonge wijnmaker die zich na een carrière in de financiële wereld volledig op wijn stortte. Zijn filosofie? Geen poespas, maar low intervention, met veel respect voor natuur en druif. Hij werkt met oude stokken van traditionele Portugese rassen zoals Tinta Roriz, Touriga Franca, Tinta Amarela en Rufete, en zoekt bewust de frissere expressie op. Geen overrijp fruit, geen nieuwe vaten, geen make-up – alleen het pure gezicht van de Douro.

Wanneer is ‘ie het lekkerst?
Poteverdorie, spannend dit! Ondanks het bescheiden alcoholgehalte, tóch veel concentratie en vulling. Tegelijk prachtig frisse zuren en fijn, precies fruit, waardoor de wijn elegant en slank blijft. Cranberry, zure kers en verse braam, gecombineerd met een vleug ondeugende rozemarijn en een serieuze ondertoon van grafiet (beetje puntenslijpsel vibes). In de geur zelfs iets gerookts – denk licht gegrild vlees. Geen krachtpatser, maar een wijn met focus, energie en vooral: drinkbaarheid.

Wanneer en waarmee?
Dit is zo’n wijn die je bijna licht gekoeld wil drinken, op een doordeweekse avond, bij een bord geroosterde groenten, een kruidige linzenschotel, of een simpele pasta met tomaat en zwarte olijven. Maar ook bij eend, varkensvlees of zelfs gegrilde tonijn doet hij het verrassend goed. En ja, ook gewoon op zichzelf is dit pure wijnliefde in het glas.

Voor de avontuurlijke Bourgognedrinker
Als je houdt van lichte rode wijnen met spanning, mineraliteit en een natuurlijke stijl, dan is dit een hele fijne. Ver weg van de stereotype krachtpatser – dit is finesse uit de hoogte. Letterlijk én figuurlijk.