Piemonte wordt, samen met Toscane, algemeen beschouwd als het epicentrum van de (serieuze) Italiaanse wijnbouw. Waar Toscane vaker warmbloedige wijnen met veel rijpheid (zij het regelmatig met flinke zuren) voortbrengt van de sangiovese-druif, zijn de wijnen uit het noordwesten heel anders van karakter. Barolo’s, en in mindere mate Barbaresco’s, zijn wijnen die vooral elegant zijn. Met veel zuren, bloemige, kruidige en aardse aroma’s. Toegegeven, als ze jong zijn, is er door de hoeveelheid tannine vaak geen doorkomen aan (minstens 10 jaar laten liggen dus!), maar je snapt wat ze voor ogen hebben.
Naast de wijnen die ze maken van die lastige nebbiolo-druif en de veel toegankelijkere barbera, is er nog dolcetto. Die dolcetto heeft inmiddels een bijrol. Producenten kunnen veel meer vangen voor wijnen van nebbiolo. Vraag en aanbod, iemand? Oorspronkelijk stond deze druif aangeplant in de wijngaarden boven de nebbiolo, om zo langzaam te kunnen rijpen zonder daarbij de frisse fruittonen te verliezen. Want ook dolcetto heeft tijd en warmte nodig om zich volledig te kunnen ontwikkelen. In de loop van de jaren hebben veel wijnmakers in deze regio de dolcetto gerooid, maar de Vajra’s koesteren deze druif als karakteristiek gezicht van de Piemonte.
De druiven voor deze wijn komen uit verschillende hooggelegen wijngaarden. Na de oogst volgt een vergisting van 15 tot 20 dagen, waarbij de schilletjes regelmatig in de most worden ondergedompeld. Na de vergisting volgt een rijping van een aantal maanden op roestvrij staal, wat zich vertaalt in een hele cleane stijl.
Een beetje rebels is Aldo Vajra altijd wel geweest. Zijn verhaal begint als Aldo op zijn vijftiende, tijdens een demonstratie in Turijn, door zijn vader van straat wordt gehaald en als straf naar de boerderij van zijn grootouders wordt gestuurd. Aldo brengt die zomer veel tijd door in de wijngaarden, waar zijn interesse in wijn maken wordt gewekt. Hij sluit zich aan bij Suole e Salute, een organisatie voor biologische wijnen in Italië. Al op 18-jarige leeftijd maakt hij zijn eerste biologische wijnen in Piemonte. In de jaren daarna trouwt hij met Milena, die zijn vernieuwende kijk op wijn maken in deze regio deelt. Zo passen ze als een van de eerste wijnhuizen in deze regio massale selectie toe, planten ze de freisa, een ‘vergeten’ druivenras uit de Piemonte, opnieuw aan in hun wijngaarden, maar experimenteren ze tegelijkertijd ook met de aanplant van riesling en pinot noir. In de kelders kiezen ze voor het gebruik van grote, oudere vaten in plaats van de populaire barriques, om zo de invloed van hout op de smaak van de wijn te beperken en wijn te maken in een modernere, fruitige stijl. Dit levert Aldo de benaming ‘più moderno dei tradizionalisti e più tradizionale dei modernisti’ op, ofwel ‘de meest moderne onder de traditionele wijnmakers en de meest traditionele onder de moderne’.
De wijngaarden van Vajra liggen ten noordwesten van de plaats Barolo en er is altijd sprake geweest van biologische wijnbouw. De hoge ligging van de wijngaarden (de Bricco delle Viole behoort tot de allerhoogste wijngaarden in de Piemonte) zorgt voor hoge temperatuurverschillen tussen dag en nacht. De druiven rijpen langzaam en volledig en geven de wijnen een prachtige finesse en elegantie. Inmiddels zijn kinderen Giuseppe (1985), Francesca (1987) en Isidoro (1990) toegetreden tot het bedrijf. Zij krijgen het wijn maken en de zorg voor de wijngaarden met de paplepel ingegoten en gaan met dezelfde passie en precisie als hun ouders te werk.
Wanneer is ‘ie het lekkerst?
Van deze wijn wordt niet gek veel gemaakt, dus ik heb direct wat gekocht, want het is gewild. Hij is nog wel jong! Dus ga je hem binnen korte tijd drinken, dan is het belangrijk om wat voorzorgsmaatregelen te treffen. Ten eerste: ruime glazen (Bourgogne). Maar belangrijker is het dat de wijn minimaal een uur van tevoren lucht krijgt in een karaf. Doe je dat niet, dan waag ik te betwijfelen of het een feestje wordt. De wijn zit, als je hem direct uit de fles drinkt, nog wat op slot. De zuren en ook de tannine zijn aan de hoge kant, al is dat niet onoverkomelijk. Na de juiste hoeveelheid ademruimte komt hij gelukkig heerlijk bij z’n positieven.
Lekker primaire neus met koele blauwe bessen, wilde aardbei en jonge pruim. Zelfs wat aardsheid (rode biet?), wat rozenblad en zeker wat grafiet. In de smaak ook donker, vers fruit, witte peper en spanning van rozenbottel. Elegante stijl, ideaal voor lunchtijd. Salade niçoise? Perfecto! Door z’n frisheid en lichtere body is hij fijn voor bij frisse gerechten. Doet het goed met gevogelte, worstjes, maar vooral charcuterie is de perfecte match. Leg je op die charcuterieplank ook een plak paté? Doe er dan wel wat cornichons en mosterd bij, om een bruggetje te bouwen.